Barcelona heeft voor de vijfde keer de Europese Supercup gewonnen. Sevilla, dat een 4-1-achterstand ophaalde, plooide pas in de verlengingen: 5-4. Met vijf Europese Supercups doet Barça nu even goed als Milan.
Sevilla verloor in het tussenseizoen enkele sterkhouders en moest bovendien flink puzzelen in de defensie. Maar de Europa League-winnaar maakte desondanks wel de beste start. Al na drie minuten zette Banega zijn team op voorsprong met een fraaie vrijschop.
“Wat Banega kan, kan ik ook. En beter.” Dat moet zo ongeveer de gedachtegang geweest zijn bij Lionel Messi, die niet onder de indruk was van de vroege 0-1. De Argentijn borstelde zelf twee vrije trappen enig mooi in doel. Nooit eerder scoorde hij in één match twee keer met een vrijschop.
Barcelona, met Thomas Vermaelen ietwat verrassend in de tribunes, was heer en meester en deed er voor de pauze zelfs nog eentje bij. Suarez vergat eerst nog zelf te scoren, maar was in het vervolg van de aanval wel lucide genoeg om Rafinha de 3-1 voor te schotelen.
Toen de Uruguayaan kort na de rust ook de 4-1 binnenschoof, leek de match gespeeld. Maar niets was minder waar. Sevilla trok onversaagd in de aanval en Barça verloor zijn grip op de wedstrijd. Reyes en Gameiro (vanaf de stip) brachten Sevilla weer helemaal in de match.
Barcelona acteerde als een reus op lemen voeten en kreeg het deksel op de neus. Tien minuten voor tijd duwde de goed ingevallen Konopljanka de 4-4 binnen. De verlengingen waren een slag in de lucht, tot Pedro in de 115e minuut bij de les was in de rebound.
