Barcelona heeft zaterdagavond een volgende stap gezet richting het kampioenschap in LaLiga. De koploper maakte voor eigen publiek zeker geen grootse indruk tegen middenmoter Leganés, maar had aan drie doelpunten van Lionel Messi uiteindelijk genoeg om de drie punten veilig te stellen: 3-1. Het verschil op de ranglijst met Atlético Madrid is door de zege weer opgelopen tot twaalf punten, al speelt de achtervolger later dit weekeinde nog de stadsderby tegen Real Madrid.
Barcelona bleef zodoende voor de 38e keer op rij ongeslagen in LaLiga en evenaart daarmee het record van Real Sociedad uit 1980. De basis voor de overwinning werd door het team van Ernesto Valverde gelegd in het eerste half uur. De koploper trapte het gaspedaal na een rustig openingskwartier flink in en verschafte zich in een tijdsbestek van slechts vijf minuten uiteindelijk een riante voorsprong. Daarvoor had het overigens wel de brille van Messi nodig.
De Argentijnse superster mocht na 27 minuten voetballen vanaf ruim twintig meter aanleggen voor een vrije trap en schoot de bal uiteindelijk fraai achter Iván Cuéllar. De doelman van Leganés kon kort daarna opnieuw vissen en opnieuw was Messi de doelpuntenmaker. De linkspoot werd op de rand van het strafschopgebied tussen twee verdedigers aangespeeld door Philippe Coutinho en rondde daarna beheerst af.
Barcelona leek de drie punten daarmee in de tas te hebben, maar halverwege de tweede helft deed Leganés plots toch wat terug via Nabil El Zhar. De voormalig Marokkaans international vond de verre hoek van net buiten het strafschopgebied. Ousmane Dembélé bood Luis Suárez daarna de mogelijkheid om de voordelige marge van twee weer in ere te herstellen voor Barcelona, maar de Uruguayaan schoot van dichtbij over. Messi bracht drie minuten voor tijd alsnog de 3-1 op het scorebord, door de bal na een pass van Dembélé met de borst te controleren en uiteindelijk beheerst raak te schieten.
Lees meer op www.voetbalzone.nl
