Barcelona heeft zondagavond dure punten laten liggen. Een dag na de overtuigende winst van Real Madrid op Real Betis (0-5) kwam het team van Gerardo Martino niet verder dan een gelijkspel bij Levante: 1-1. Daarmee revancheerde de club uit Valencia zich enigszins voor de 7-0 nederlaag op de eerste speeldag. Door de remise heeft Barcelona nog maar een punt meer dan Real Madrid. Gelukkig kwam ook Atlético niet verder dan een gelijkspel bij Sevilla, waardoor ze samen op kop blijven.
In een evenwichtige eerste helft slaagde Levante erin om het gebruikelijke combinatievoetbal van Barcelona te ontregelen. Het team van Martino voelde zich in de eerste 45 minuten allerminst op zijn gemak, kon de bal niet rondspelen en had zichtbaar problemen. Bovendien profiteerde Levante na tien minuten spelen van een van de manco’s van de Catalanen: hoekschoppen. Gerard Piqué en Cesc Fàbregas konden niet voorkomen dat Loukas Vyntra raak kopte: 1-0. De gelijkmaker viel reeds tien minuten later, ook uit een corner. Piqué kopte raak na een trap van Xavi. Levante speelde compact en het spel van Barcelona oogde stroperig, waardoor de rust met een stand van 1-1 werd bereikt.
Na de onderbreking verhoogde Barcelona de druk op de helft van Levante en kwam de club uit Valencia enkele malen goed weg. Na kansen voor Xavi en Fàbregas in het eerste kwartier na rust stond doelman Keylor Navas in de zestigste minuut tot tweemaal toe een zeker doelpunt van Lionel Messi in de weg. Martino opteerde voor de inbreng van Sergi Roberto, in de plaats van Fàbregas. Laatsgenoemde, een van de beteren aan de kant van Barcelona, kon de wissel niet waarderen en liet dat in woord en gebaar blijken. Het duel kon in de laatste twintig minuten alle kanten op, maar Victor Valdés, Navas en het aluminium zorgden ervoor dat de krachtmeting onbeslist eindigde.
