De strijd om de landstitel gaat nog maar tussen twee clubs: Atlético Madrid en Barcelona. Real Madrid had nog een kleine kans om zich op de laatste speeldag tot kampioen te kronen, maar de ploeg van Carlo Ancelotti liet het zondagavond bij Celta de Vigo afweten. Aan de doelpunten van het team van Luis Enrique gingen Madrileense fouten vooraf. Atlético kwam niet tot winst tegen Málaga, maar ook Barcelona stapte niet als winnaar van het veld (0-0). Zodoende zal de onderlinge topper in het Camp Nou van volgende week zaterdag van doorslaggevend belang zijn. Barcelona móét winnen om de landstitel te prolongeren, terwijl Atlético op Catalaanse bodem voldoende heeft aan remise.
De ploeg van Martino was in het eerste bedrijf superieur aan Elche, dat echter als morele winnaar de kleedkamers opzocht na het horen van het rustsignaal. De ploeg van Fran Escriba bleef op de been dankzij enkele reddingen van Manu Herrera. De doelman viel in de dertiende minuut al op toen hij een inzet van Andrés Iniesta tegen de lat werkte en daarna was hij continu een obstakel voor Barcelona. Vooral Alexis Sánchez en Lionel Messi hadden beter met hun kansen moeten omspringen. José Manuel Pinto werd in de eerste 45 minuten van de wedstrijd nauwelijks op proef gesteld.
Barcelona nam ook in de tweede helft het initiatief en kreeg al snel een goede kans op de 0-1. Het was echter weer Manu die Messi van het scoren afhield. Elche was na rust brutaler en begaf zich meer op de helft van Barcelona. Met name Garry Mendes Rodrigues, ex-speler van ADO Den Haag en FC Dordrecht, was met zijn snelheid een plaag voor de defensie van Barcelona. De ploeg van Martino had in de laatste tien minuten nog twee mogelijkheden via Adriano en Messi, maar een doelpunt bleef uit. Barcelona móét volgende week Atlético verslaan om de landstitel te prolongeren.
