Barcelona heeft zaterdagmiddag drie punten afstand genomen van titelconcurrent Atlético Madrid. Atlético kwam wel met 0-1 voor in Camp Nou, maar daarna zorgden Lionel Messi en Luis Suárez ervoor dat hun team toch de voorsprong nam. Atlético speelde vervolgens veel te hard en overtredingen op Messi en Suárez leidden tot twee rode kaarten aan de kant van de bezoekers. Met elf tegen negen bracht Barcelona de wedstrijd tot een goed einde en dus is er een verschil ontstaan in de Spaanse top.
De start van Atléti was zeer sterk. Claudio Bravo moest al meteen een inzet onder de lat wegduwen en luttele minuten daarna sloeg Koke toe. Saúl zette vanaf de achterlijn voor, maar Griezmann kwam er niet aan. Koke kreeg de bal echter op een presenteerblaadje en schoot recht door het midden raak. Camp Nou viel even stil, maar Barcelona liet meteen zien geen genoegen te nemen met de stand van zaken. Nadat aan de overkant een één-twee tussen Jordi Alba en Suárez mislukte en Yannick Ferreira-Carrasco een schot van Dani Alves blokte, zorgde Messi voor de welkome 1-1.
In een aanvalsgolf wilde de bal er eerst niet in en verdedigde Atlético goed, maar via Neymar en Jordi Alba kwam de bal in een kluwen van spelers bij Messi en die schoot hard en laag binnen. Met zijn twaalfde competitiegoal in zestien wedstrijden gaf de sterspeler zijn team nieuwe energie en zes minuten later werd de voorsprong ook meteen een feit. Dani Alves passte van iets over de middenlijn perfect naar Suárez, die wegsnelde en José Giménez van zich af hield. Met een schot door de benen van Jan Oblak maakte hij er 2-1 van.
Barcelona draaide de boel in zeven minuten helemaal om en sloot de eerste helft zelfs af met een man meer: Filipe Luis kwam vlak voor rust namelijk heel gevaarlijk in op de knie van Messi en mocht met een directe rode kaart inrukken. Met tien tegen elf wachtte het team van Diego Simeone een hels karwei voor het tweede bedrijf. Het toonde nog wel passie en vechtlust en Antoine Griezmann zette keeper Bravo al vroeg onder druk, maar de Chileen was alert en voorkwam een tweede tegengoal.
Barcelona, dat meer punten pakte na een achterstand (negen) dan welke andere Spaanse club ook dit seizoen, bleef kalm onder de nieuwe pogingen van de bezoekers uit Madrid. Atlético, dat sinds 11 januari 2015 al geen twee tegendoelpunten meer kreeg in de eerste helft van een competitiewedstrijd, lag wel op de grond, maar was nog niet verslagen. Godín dupeerde zijn team echter met een geheel onnodige tweede gele kaart, nadat hij landgenoot Suárez naar de grond bracht en zelf kon gaan douchen.
Met negen tegen elf was het een schier onmogelijke missie geworden voor de Madrilenen. Barcelona liet echter na de genadeslag uit te delen. Oblak sloeg een vrije schop van Messi weg en zag hoe ex-teamgenoot Arda Turan, die was ingevallen voor Ivan Rakitic, net naast schoot. De Turkse spelmaker zei in aanloop naar het duel dat hij stikzenuwachtig was voor het weerzien met Atlético, maar mocht een krap half uur meespelen en deed het daarin niet slecht.
